Winterwende

Onlangs had ik een feestje met het thema: Summer Carnaval. Temperaturen die de pan uit rijzen, zweterige nekken onder plastic bloemenkransen, kleurrijke maskers, mensen met veren in hun… euh, op hun jurk. Je ziet het plaatje vast voor je: een bonte stoet op slippers, zonnebrillen op het voorhoofd geschoven, een kar vol gekoelde Corona die door de gastheren werd uitgeserveerd. Alles schreeuwde: zomer, zomer, zomer, en het was héérlijk!
Wat je dan waarschijnlijk niet verwacht in dit verhaal, is dat er ergens op de avond ineens een universele verbinding werd opgeroepen die je niet kunt regisseren: après-ski muziek. Hoe dat ging? Eerst een voorzichtig introotje van DJ Ötzi… Maar binnen een kwartier veranderde de hele dansvloer in een soort collectieve ski-hut. Däpp, Däpp, Däpp, Johnny Däpp, Däpp, Johnny Johnny Däpp, Die immer lacht en Auff’n auf die Berg galmden al snel uit vele kelen, terwijl de discobal vrolijk reflecteerde op opblaasbare roze flamingo’s.
De wintersportliefhebbers pikte je er moeiteloos uit. Of sterker nog: degene die niets met wintersport hadden, stonden het meest zichtbaar aan de zijlijn. Een beetje ontheemd in hun zomerjurk en Hawaïkrans, bier in de hand, terwijl de rest van de zaal met een ingebeelde skibril op stond te hossen. En ergens vond ik het mooi, dat contrast. Hoe weinig wij blijkbaar nodig hebben om ons collectief in een ander seizoen te wanen.
Want dat was het: op de langste dag van het jaar, 21 juni 2025, de zomerzonnewende, kozen wij voor de klanken van een ander uiterste. De dag waarop de zon haar hoogste punt bereikt, waarop het licht het langst blijft, begonnen wij stiekem al aan een soort aftellen. Een aftellen naar kortere dagen, koelere avonden, en uiteindelijk weer die andere wende: de winterzonnewende.
Er zit iets geruststellends in dat ritme. Hoe vanzelfsprekend het is dat na het hoogtepunt van licht langzaam het donker terugkeert. Hoe je op de warmste dag van het jaar toch al vooruit kunt verlangen naar sneeuwvlokken, dikke truien en dampende bekers glühwein! Alsof we onbewust altijd bezig zijn met de overgang, met wat er straks komt. Met die zekerheid dat alles in cirkels beweegt.
Misschien was het daarom zo’n magisch moment, daar op dat feest vol zomerdecors en après-ski-hits. Het voelde even alsof we met z’n allen een soort klein ritueel uitvoerden. Alsof we met iedere Johnny Däpp alvast een beetje winter aanriepen. Als een stille belofte: ja, het is nu zomer, maar straks… straks, als de dagen weer korter worden en het licht verdwijnt, vinden we elkaar weer op de dansvloer, schouder aan schouder, met rode wangen van kou én gezelligheid.
Want uiteindelijk maakt het niet zoveel uit welk seizoen het is. Misschien is dat wel de echte winterwende: het moment dat je je realiseert dat zelfs op de langste dag het donker alweer onderweg is, en dat je daar vrede mee hebt. Dán ben je werkelijk die ene ‘Die immer lacht’.